As you all might know by now, Holland is in a new hard lockdown. That means that we can’t organize our regular club meetings, not even with the limitations of the past month.
The lockdown will last until at least 19 January. We hope that the world, Europe, Holland, Amsterdam, Pontania and our club can return to the old normal asap in 2021.
Eigenlijk kwam het door de combinatie van lockdown en Brexit. De voortdurende dreiging van tijdelijke, gedeeltelijke of totale sluiting van mijn geliefde clubgebouwtje maakte dat ik twijfelde of en hoe lang of hoe vaak ik veldslagjes in Pontania kon blijven dobbelen, voor of na 1 januari. De Brexit maakte dat ik me afvroeg of ik ook na 1 januari nog gemakkelijk mijn tinnen figuurtjes kon blijven bestellen in Engeland.
In november hakte ik daarom een knoop door en deed een vreemde eindejaarsbestelling bij Irregular Miniatures in York: ik kocht een rijstekorrelwargame. Twee milllimeter. Doel: een draagbaar Napoleontisch wargame maken, passend in een kadodoos ongeveer, dat ik buiten de club om bij vrienden thuis kan spelen. Battlefield in a box – een slagveld in een schoenendoos.
Twee millimeter is miniscuul klein en veel wargamers geloven niet dat het schilderbaar is. Op 28mm kun je tenminste nog pupillen in ogen schilderen en knopen op jassen. Het lijkt ergens naar, ook als je een bril draagt en speelt op een tafel in donker Pontania.
Voor mij is 28mm te groot. Hoewel ik niet vies ben van een 28mm skirmish game op zijn tijd, koop ik voor mezelf alleen 15 en 6 millimeter. Waarom? Omdat ik hou van big battles en vind dat 24 kleinere of 72 nog kleinere figuurtjes beter een bataljon van 500-800 grenadiers of fusiliers of huzaren in een grote veldslag uitbeelden dan 16 halve vingers. Kwestie van smaak. Daarover valt niet te twisten.
Maar twee millimeter? Mieren zijn groter.
Gelukkig zijn deze rijstekorrels goedkoop. Een heel leger in 2 millimeter is maar 15 euro, omgerekend. En het is draagbaar. Ik heb doorgaans twee of drie grote sporttassen met allemaal blikken en dozen nodig als ik voor een demonstratiespel buiten de club een mooie dioramatafel wil neerzetten.
Twee jaar geleden voor Poldercon had ik de auto van mijn beminde echtgenote nodig om de spullen op te halen uit Pontania, een taxi vanuit Utrecht CS om me naar de locatie te brengen en sjouwde ik me op de terugweg een breuk naar de tramhalte met weekendtassen en een koffer. Van wargamen word je sterk.
Als goedkoop experimentje in draagbaarheid leek het mij wel wat. Dus ik stuurde een mailtje en kocht voor een paar tientjes twee legers en wat tinnen ‘dorpjes’ in 2mm-schaal. Nu maar aanschaffen, dacht ik, want vanaf januari betaal je op kleine aankopen mogelijk tientallen euro’s importbelasting en douanekosten. Ik heb slechte ervaringen met spellen die een Amerikaanse winkel me toestuurde.
In een simpel envelopje kreeg ik de legers toegestuurd. Zo klein – er had een kerstkaart in kunnen zitten. Een ‘bataljon’ is een blokje zo hoog als de helft van de zijkant van een lucifersdoosje. Een ‘ruiter’ is zo groot als de kop van een lucifer.
Kun je hier iets van maken? Hoe meer ik mijn best deed, hoe beter het werd. Of eigenlijk: hoe minder ik mijn best deed, hoe beter het oogde. Dit soort miereneuken geeft alleen maar een mooi resultaat als je met een kwastje wat lijntjes zet die samen het idee geven dat het een blok van mensen is die een vlag dragen. Je moet niet proberen om zelfs maar rugzakken te schilderen. Dus ik deed mijn best om met weinig detail maar heftige kleuren als een soort impressionistisch schilder de indruk van een leger te geven. Zoals je naar beneden kijkt vanuit een vliegtuig.
Dat is goed gelukt. Hieronder één van de dorpjes.
En ook cavalerie, en infanterie, met de Allons enfants de la patrie! vlaggen. Keizer N.Bonaparte zou trots op me zijn geweest.
Ik heb een oppropbaar laken van de Action wat groezelige kleurtjes gegeven en ik kan nu 50 van die voetstukjes met geschilderde legers erop – speelstukken eigenlijk – op dat laken op een keukentafel zetten. Mooier nog is dat alles in een plastic gereedschapskistje van 25x35cm past. Ik kan het fluitend meenemen in de bus, tram, of onder mijn snelbinders. Niks meer grote weekendtas. Hatsekidee weg ermee!
Je kiepert het doosje om en gaat spelen. Deze 2mm-schaal maakt wargame net zo gemakkelijk als schaken. Je kunt het overal doen met iedereen en ook op de keukentafel – net als seks trouwens. Maar schaakstukken kun je niet schilderen en de meeste liefdespartners kijken er ook raar van op, vanaf de keukentafel..
Al is het anders dan 6mm of 15mm – dat geef ik meteen toe – voelt en ziet het eruit als een wargame en niet als een tafel waar je over een kleedje kaartjes, blokjes of fiches naar elkaar schuift. Blücher is een serieuze optie.
Kortom, wie daagt me uit om langs te komen, of komt bij mij langs om aan mijn keukentafel in de verlengde kerstvakantie een spelletje te spelen, nu onze kerstdiners met familie, het shoppen in de bouwmarkt, het vuurwerkafsteken en de wintersportvakantie allemaal niet doorgaat? Ik heb lol, hoor, met de kinderen. Ik ben niet eenzaam. Maar we moeten toch iets doen om de coronablues te verjagen? Waterloo is toch niet voor niets verloren?
In het Nederlands: het feest is even over, mannen! Wijkcentra dicht dus Pontania gesloten. We hopen dat de heropening eerder komt dan de herverkiezing van Donald Trump :-).
In English for our expat members:
Clubs that played in pubs or restaurants closed three weeks ago. We Amsterdam wargamers had been lucky so far, because community centers stayed open. But the extra restrictions last week have forced Pontania to close the doors for at least 2 weeks. As you may have guessed already.
We hope that our prime minister will allow community centers to reopen asap. Unfortunately, he’s not a wargamer.
So no club events for the time being and for the next two (?) weeks. We hope for the best.
Uw drie desperados – El Martino, El Jur Y Jano en El Tjo – kwamen heden bijeen voor spel annex playtest General D’Armee.
Wat kan ik er van zeggen?
GdA houdt in het midden tussen Sharp Practice (een Napoleontisch skirmish game) en Blücher (Grand Battle). Het is bedoeld om grotere slagen te spelen en toch iets met tactiek en formatie en skirmishers te doen.
Hoofdkenmerk is dat je een – gelimiteerd – aantal ‘opdrachten’ aan je brigades kunt geven. Of de opdracht doorkomt hangt af van de dobbelsteen (50% kans) en of je een re-roll inzet. Je kunt daarnaast opdracht geven om iets gerichts te doen (gericht aanvallen, gericht schieten, extra snel bewegen). Maar niet alles kan tegelijkertijd dus je moet prioriteiten stellen.
Drie voelt leeg als je acht, tien of vijftien gewend bent. Ik wil het oude normaal. Ik wil dat de bar open is, dat iedereen gewoon kan binnenlopen, dat leden niet bang zijn, ik wil geen mondkapje moeten dragen, ik wil gewoon kunnen hoesten als ik een kriebel in mijn keel heb zonder bezorgde blikken. Erg jammer, deze tweede lockdown. Zorg en ziekte en flatten the curve snap ik best, maar ik wil gewoon gezellig kluppie zijn. Ik hoop op gezond verstand en dat het gauw niet meer hoeft. Coronamoe.
Het scenario was net schaak: pak de beste centrumpositie en woon de tegenstander uit. Ging goed. Iets met Oostenrijkers, Napoleon en Beieren. En Fransen. En een brug geloof ik. Oktoberfest.
These are not grand tactical rules in my view which is what you really need to handle battles involving Corps and Armies. I know that DB uses them for large multi-player games, but I would tend to equate that to playing a Big CoC game with Chain of Command. Effectively you are playing a series of parallel Divisional level games (…)
I put the skirmish just as an example, not that I have a problem with it. My complaint is that micro-management of battalions (formations, orders, accounting of casualties, detail management of skirmish screens…) tend to both take a lot of time and distract from what the focus should be given the scale of the game; many of tehse actions should be undertaken by a colonel not an army general. There are alternative ways to introduce the effect of skirmishes in a battle without the need to go down into such level of minutae, for example with modifiers.
Having said that, the command, fire and melee systemas are great and the Napoleonic feel is definetivey therein GdA, and I won’t stop playing. Clearly I’m on the side of large games and probably must continue searching and investigating other rules. This is the reason why I also stopped almost totally playing Sharp Practice, not that I found the rules badly designed or whatever (on the contrary, they are brilliant) but it was not the scale I wanted to play Napoleonics.
Laatst op een ochtend bij het ontbijt, vlak voordat ik in de trein zou stappen naar Den Haag, bladerde ik halfgeïnteresseerd door de Tippelaar, het blad van de Wijkvereniging Pontania waar onze wargameclub onder valt. Ik moest naar een zitting bij de Raad van State – dat is de hoogste bestuursrechter van Nederland.
In de Tippelaar stond een mopje over twee baby’s waar ik om moest glimlachen en dat ik voorlas aan mijn zoontje. Al glimlachend kreeg ik een idee: dit was een prachtig begin voor mijn pleidooi! Ik trad namelijk op voor een man die geen vergunning had gekregen van de gemeente Amsterdam, wegens vergezochte argumenten van de gemeente.
Dus aangekomen in de rechtszaal stak ik van wal:
‘Zegt de ene baby tegen de andere: ben jij een jongen of een meisje? Een jongen, zegt de andere baby. Hoe weet je dat? vraagt de eerste. De tweede kijkt onder zijn dekentje en schopt zijn beentjes omhoog. Kijk maar! Blauwe sokjes!
Gevolgd door de koele juridische afmaker dat de gemeente Amsterdam “even ver verwijderde argumenten gebruikte als bovengenoemde baby”, en dat ik in mijn pleidooi de puntjes op de i zou zetten “om daarmee te voorkomen dat de gemeente de rechter blauwe sokjes zou aantrekken.”
Alle verhalen hebben een begin. Goede verhalen hebben een goed begin. Ik denk dat ik de eerste advocaat was met het lef om een mop in ’s lands hoogste rechtszaal te tappen. Maar goed, daar ben je Amsterdammer voor.
2FatLardies in court
Ik heb één keer eerder iets uit mijn clubleven in de rechtszaal toegepast. Het 2FatLardies systeem heeft een interessante ’to hit’ tabel, waarbij je afhankelijk van de onderling afgesproken omstandigheden een gradatie lichter, zwaarder of hoger kunt uitkomen, en niet alleen door een kolom naar links of naar rechts op te schuiven, maar eventueel ook een rij omhoog of omlaag.
Terzijde: er zijn natuurlijk allerlei prachtige overeenkomsten tussen juristerij en wargames. Het is welbeschouwd niet zo heel vreemd dat ik hou van zowel wetboeken als spelregels, zowel recht als wargames is af en toe een lucky roll, en zowel de advocaat als de generaal in mij houdt van winnen.
In een van mijn strafzaken moest ik iets beargumenteren op basis van de landelijke strafmaattabel. Strafrechters maken bij standaardzaken gebruik van richtlijnen, en die staan in een tabel met rijen en kolommen. Lijkt best wel op 2FatLardies, bedacht ik tijdens de zitting. Alleen doen rechters het altijd op op hun standaardmanier, met vaste categorie en één of meer kolommetjes naar links of naar rechts. Veel strakker dan de Clarke en co.
Dus met mijn wargameregels in mijn achterhoofd heb ik een strafmaattabelverweer gevoerd: “geachte rechter, hij verdient straf en u houdt zich natuurlijk aan de richtlijnen, maar u kunt zonder de tabel te verlaten naar een lichtere categorie opschuiven, gewoon een rij hoger/lichter in de tabel”.
Binnen de regels een redelijk alternatief aanbieden, dat is mijn werk. De straf werd inderdaad lager dan de eis.
Omgekeerd argumenteer ik aan de wargametafel wel eens over de juiste uitleg van de regels, omdat ik die graag in mijn voordeel interpreteer. Verder is valsspelen mij vreemd, maar grijp ik niet in als een rechter of tegenspeler een vergissing in mijn voordeel maakt. Een goed advocaat weet wanneer hij zich op zijn zwijgrecht moet beroepen.
Hoe het verhaal over de vergunning afloopt weet ik nog niet. Een goed verhaal heeft een goed begin.
Maar het mooiste verhaal heeft een prachtig einde.